Menu

Vereniging Dorpsbelangen Schipborg

Duurzaamheidsvisie Aa en Hunze

Op 30 november 2011 was er in het Gemeentehuis te Gieten een vergadering van de Commissie Leefomgeving van de Gemeenteraad over de duurzaamheidsvisie Aa en Hunze. Over de energieaspecten uit deze visie kan het volgende worden opgemerkt.

Uitgangspunten
De ontwikkeling van een duurzaamheidsvisie Aa en Hunze vloeit voort onder meer voort uit de wens om de mogelijkheden te onderzoeken van duurzame energietoepassingen in de gemeente Aa en Hunze: 'de motor voor het realiseren van de hoofdkeuzen die gemaakt zijn in de strategische toekomstvisie'. Het gaat dan om het inhoud geven aan het streven van de gemeente naar een 50% vermindering van de netto CO2 uitstoot in 2025 ten opzichte van de uitstoot in 2010 en een 100% vermindering daarvan in 2050. In 2050 zou de gemeente Aa en Hunze dan wat genoemd wordt CO2 neutraal zijn: de netto CO2 uitstoot bij opwekking en verbruik van energie moet in 2050, het verkeer buiten beschouwing latend, op nul uitkomen. De focus ligt dus op het verduurzamen van het elektriciteits- en gasverbruik. Opwekking van de gebruikte energie kan zowel binnen als buiten de gemeente hebben plaatsgevonden.
Voor het bereiken van een CO2 neutraal Aa en Hunze in 2050, kiest de gemeente voor de duurzame energiebronnen wind, zon, geothermie (= aardwarmte) en biomassa. Andere CO2 neutrale energiebronnen zoals waterkracht, in de regio niet in noemenswaardige hoeveelheden beschikbaar, en kernenergie, ook de in ontwikkeling zijnde 4e generatie kerncentrales met vrijwel geen radioactief afval, worden niet in de uitgangspunten van de duurzaamheidsvisie Aa en Hunze meegenomen.








Geplaatst op 30/12/2011

Kleinschaligheid?
De gemeente kiest als één van de kernwaarde voor de uitwerking van de duurzaamheidsvisie voor een 'Kleinschalige kwaliteitseconomie'. Hiermee wordt de indruk gewekt, dat het bereiken van het doel, een CO2 neutraal Aa en Hunze in 2050, met de gekozen duurzame energiebronnen op kleinschalige wijze mogelijk zou zijn. Alhoewel zeker vele in de duurzaamheidsvisie genoemde kleinschalige activiteiten, zoals energiebesparingen, warmte-koude-opslag en geothermie, tezamen een belangrijke bijdrage kunnen leveren, kan van een werkelijke kleinschaligheid bij het bereiken van een CO2 neutraal Aa en Hunze geen sprake zijn. De volgende voorbeelden moge dit duidelijk maken.

Energie uit wind
Door de rijksoverheid is het Veenkoloniale gebied van Drenthe in principe aangewezen als één van de elf 'windlandschappen' in Nederland. Dergelijke concentratiegebieden voor grote windmolenparken zullen geheel in het teken van een efficiënte en ongehinderde winning van windenergie komen te staan. Door het plaatsen van windmolens in windlandschappen wordt de rest van Nederland hiervan ontzien, behoudens op plaatsen waar kleinere windparken kunnen worden gecombineerd met bedrijfscomplexen en infrastructuur (inpassinggebieden). De in het Veenkoloniale gebied te plaatsen windmolens zijn dus door de rijksoverheid zeker niet alleen bedoeld om elektriciteit te leveren aan de in dit gebied liggende gemeenten Aa en Hunze, Borger-Odoorn, Emmen en Coevorden. De gemeente Assen kan bijvoorbeeld door het concentratiebeleid van de rijksoverheid zelf geen windmolens plaatsen, maar zal zeker wel over energie uit wind willen beschikken.
Op dit moment is er in Drenthe sprake van een bij de rijksoverheid aangevraagd totaal aan op te stellen windvermogen van 600 MW (=megawatt). Dat is dan, het is immers één van de elf windparken, rond 10% van de doelstelling voor heel Nederland van 6.000 MW opgesteld windvermogen in het jaar 2020. Voor 2050 mag zeker op een verdere verdubbeling van de doelstelling voor 2020 gerekend worden. Een opgesteld windvermogen van 600 MW in het Veenkoloniale gebied zou tenslotte gemiddeld nog maar ongeveer de helft van het huidige elektriciteitsverbruik van de provincie Drenthe kunnen opleveren! Alleen al voor het huidige elektriciteitsgebruik van de gemeente Aa en Hunze van 95 miljoen kWh (kilowattuur) per jaar zou een opgesteld windvermogen van 45 MW nodig zijn (uitgaande van een optimistische productiefactor van 25%).
Windenergie opwekken kan alleen in gebieden, waar het vaak en hard waait. De gemiddelde windsterkte in Drenthe op 10 meter hoogte ligt met 3-4 meter per seconde (windkracht 3) ver beneden het niveau waarop windmolens elektriciteit kunnen produceren. Eerst op 100 tot 150 meter hoogte worden in Drenthe dezelfde krachtige winden, gemiddeld ruim 8 meter per seconde (windkracht 5), bereikt als op de Noordzee. Dat vereist dus geen kleinschalige windmolentjes, maar giganten van zeker 7,5 MW, met ashoogten van rond de 135 meter en een rotordiameter van 127 meter. Voor een windvermogen van 600 MW zou dat neerkomen op de plaatsing van 80 van dergelijke giganten, met een uitzicht op 2050 van minstens nog zo een aantal. Hiervan zouden er dan 6 voor de gemeente Aa en Hunze kunnen zijn. Met kleinschaligheid heeft dit alles natuurlijk niets te maken: er komt in het Veenkoloniale gebied een geheel nieuw type landschap, waar, zoals de rijksoverheid dat noemt, 'meters gemaakt kunnen worden voor duurzame windenergie'!

Zonenergie
In de duurzaamheidsvisie Aa en Hunze is sprake van het plaatsen van zonnepanelen op de daken van alle gemeentelijke gebouwen, sportlocaties, scholen en zorginstellingen. Dat zou een totaal oppervlak van ruim 1 hectare betekenen. Wordt het beschikbare dakoppervlak in de gehele gemeente meegenomen, dan zou het om ongeveer 30 hectare kunnen gaan. Met de huidige zonnepanelen (60 Wattpiek per vierkante meter) zou echter voor de opwekking van gemiddeld het hele elektriciteitsverbruik van de gemeente Aa en Hunze een oppervlak aan zonnepanelen van ongeveer 200 hectare nodig zijn (in Drenthe levert 1.000 Wattpiek ongeveer 800 kWh per jaar). Er zal dus niet ontkomen kunnen worden aan het plaatsen van zonnepanelen op de grond. Het verstoppen van een dergelijk oppervlak aan zonnepanelen in het huidige landschap, zonder dit wezenlijk aan te tasten, zal echter geen eenvoudig opgave zijn. Wel zal de snelle ontwikkeling van de kwaliteit van zonnepanelen in het traject naar 2050 nog tot een wat optimistischer kijk op deze werkelijkheid kunnen leiden.

Energie uit biomassa
Door het landelijk karakter van de gemeente Aa en Hunze zijn de mogelijkheden voor het oogsten van biomassa, zoals dierlijke mest en plantaardige reststoffen, naar verhouding gunstig. Terecht wordt in de duurzaamheidsvisie Aa en Hunze afgezien van de teelt van energiegewassen op goede landbouwgrond. Maar grootschalige winning van energie uit biomassa vereist wel, zoals eerder al door BioEnergieNoord werd vastgesteld, een overgang van ons huidige landschap naar een oogstbaar landschap. Dat zal wel enige politieke moed vereisen, maar alles over laten aan restproducten uit de landbouw in Drenthe is voor de winning van energie uit biomassa nu eenmaal volstrekt onvoldoende.
Zo denkt de Avebe over de bouw van een biovergistingsinstallatie in Gasselternijveen, goed voor de jaarproductie van 18 miljoen kubieke meter groengas. Het gaat hier om een mega groengas fabriek, die alle plantaardige reststoffen uit het hele Avebe gebied moet gaan vergisten. Toch komt die 18 miljoen kubieke meter groengas uit al deze reststoffen nog maar net overeen met de helft van het huidige jaarlijkse aardgasverbruik van de gemeente Aa en Hunze van 35 miljoen kubieke meter (overeenkomende met 290 miljoen kWh per jaar)!
In 2012 zal ook de gigantisch biovergister van Attero in Wijster, op basis van organisch materiaal uit huishoudelijk afval van een groot gebied, operationeel worden. Jaarproductie ongeveer 5 miljoen kubieke meter groengas, ook verre van voldoende voor alleen al de gemeente Aa en Hunze. Op provinciaal niveau hooguit een druppel op een gloeiende plaat.
Overgang op een oogstbaar landschap dat werkelijk zoden aan de dijk zet, zal dus heel wat meer vereisen. De duurzaamheidsvisie zegt daarover: 'In onze gemeente kan veel biomassa beschikbaar worden gemaakt uit natuur en landschap. Dit vraagt wel een andere wijze van beheer, maar biedt ook nieuwe inkomstenbronnen, die weer ten goede kunnen komen aan natuur en landschapsontwikkeling'. Mooi gezegd, maar in principe zeker niet kleinschalig. En dat wordt er bepaald niet kleinschaliger op als in een dergelijk oogstbaar landschap ten behoeve van de productie van energie uit zonlicht ook nog grote oppervlakten zonnepanelen in het landschap zullen moeten worden geplaatst!

Conclusie
In de duurzaamheidsvisie staat: 'Investeringen in de toekomst zullen wij doen met een lange termijn perspectief en gericht op behoud en ontwikkeling van de huidige waarden.' Mooi gezegd, maar voor het bereiken van een 'CO2 neutraal Aa en Hunze in 2050' met alleen de duurzame bronnen wind, zon, geothermie en biomassa, is dat volstrekt onmogelijk. Zelfs maar een gedeeltelijk verwezenlijken van deze doelstelling zou in 2050 al tot een onherkenbaar veranderd energielandschap leiden. Daarvoor kan natuurlijk gekozen worden, maar het zou beter zijn als de uiteindelijke 'Duurzaamheidsvisie Aa en Hunze' dat dan ook op een transparante wijze duidelijk maakt!

Paul Hagel